woensdag 3 december 2003

Taboe

Taboes zijn taboe, alles is bespreekbaar. Welke modelletje schaamhaar je hebt, of je een tarzan in huis hebt, gewoon wat onderwerpen die bij het gemiddelde meidenetentje over tafel gaan. Transseksualiteit, ooglidcorrecties, burn-out, slechte seks? Ook tv-programma’s schuwen geen taboe. Alles is bespreekbaar, en nog mooier, met de camera erbij is eigenlijk ook alles heel makkelijk “op te lossen”.
Maar laat ik nu net last hebben van iets onbespreekbaars. Een kwaal waar ik zelf niet over durf te beginnen, maar waar mijn omgeving ook haar mond over houdt. Ik wil het nog niet eens hardop op papier bekennen. Heb ik het laatste taboe?
Het vervelende van wat ik heb, is dat ik zelf niet echt door heb wanneer ik het heb. De mensen om mij heen merken het wel, maar die zijn dan weer bang om er iets van te zeggen, want het is tenslotte een taboe. Gelukkig was H. zo vriendelijk om mij erop attent te maken. Zodat ik er wat aan kan doen. Zodat ik niet in een sociaal isolement kom. Want dat is namelijk het gevaar van mijn kwaal.
Ja, er zijn wel middeltjes tegen. Maar die zijn niet allemaal even goed, en soms zijn ze ineens tijdelijk op. Het zit ook nog niet zo in mijn systeem dat ik altijd wat bij me heb. En zo kan het dus voorkomen dat ik niets kan doen en de kwaal niet kan tegen houden. En dat is lastig als je net bij een klant bent, een training aan het geven bent of een afspraak met vriendinnen hebt. Afgelopen zondagavond bijvoorbeeld. Meideneten bij D. Toen was het waarschijnlijk heel erg, want H. merkte het direct toen ik ’s avonds thuis kwam. Aarghhh hellup, wat moeten die meiden wel niet denken? En de maandag daarop, gaf ik een training bij de Gemeente Boskoop. Ons contactpersoon daar was een leuke dame met wie ik prima over de training kon napraten. Maar ik durfde haar niet recht in haar gezicht aan te kijken tijdens ons gesprek, bang dat ze mijn kwaal zou opmerken. Geen goed gesprek dus, oftewel een gemiste kans.
Wat nu? Zo kan ik toch niet verder? Toch maar naar de dokter? Het internet op? Chatgroepen opzoeken? Zouden er operaties zijn?
Misschien moet ook ik maar met de billen bloot en kijken welk tv-programma geld ziet in mijn taboe. Avro’s Vinger aan de Pols lijkt me wel geschikt. Een serieus en oprecht programma, waarin mensen niet worden misbruikt. Neem nou de laatste uitzending. Een prachtig meisje biechtte op dat ze ‘intersexueel’ is. Wat dat precies is, is me eigenlijk nog niet helemaal duidelijk. Maar wat de precieze kenmerken zijn werd met veel respect behandeld. Fantastisch toch, dat de AVRO zo’n mooi meisje in nood helpt?!
Ook ik zie er best goed uit. Zouden ze mij ook een kans geven om mijn taboe bespreekbaar te maken? Is voor mij ook de verlossing nabij? Of moet ik leren leven met mijn kwaal? En met mijn mondsprays, pepermuntjes, Smints en Xilithol fresh breath papers?

donderdag 20 november 2003

Tijdvertrager

Een vakantieweek is twee keer zo lang als een werkweek. En mijn weekendje op het Franse platteland duurde echt langer dan een gewoon weekend thuis. Dat is mooi. Blijkbaar heb ik op vakantie meer waar voor mijn tijd. Als het leven te snel aan me voorbij glijdt moet ik dus gewoon meer op vakantie.
Psycholoog Douwe Draaisma zegt ook zoiets in zijn boek “Waarom het leven sneller gaat als je ouder bent”: een periode waarin je veel beleeft, lijkt voor je tijdsbeleving langer te duren. Lijkt de zes jaar van je middelbare school ook niet veel langer dan de afgelopen zes jaar? Tussen je vijftiende en je twintigste maak je veel dingen voor het eerst mee: eindexamen, voor het eerst verliefd, studiekeuze, op jezelf wonen. Volgens deze Douwe Draaisma hebben alle eerste keren een ontzettende kleefkracht in het geheugen.
Dus als je je leven wilt verlengen moet je meer spannende dingen voor het eerst doen? Meer op vakantie en meer spannende dingen doen? Gaat het gewone leven te snel omdat het te saai is?
Zal toch niet? Kunnen we onze tijd niet op een andere manier vertragen?
Vrijdagavond in café ’t Licht. Mooie avond om de week door te nemen. Ik vraag D. wat ze deze week heeft gedaan. Simpele vraag. Maar blijkbaar niet simpel te beantwoorden. Na diep nadenken bedenkt ze dat ze een item voor het nieuws heeft gemaakt over een Arabisch woordenboek of iets dergelijks. Het andere onderwerp dat ze deze week maakte blijft ergens steken bij het volgende biertje. Ik weet nog steeds niet wat het was.
Zelfde avond een uurtje eerder. Ik herinner me opeens dat ik eerder in de week met Hans Dijkstal heb geborreld en vertel aan K. en F. hoe de training “Speeches schrijven” en de afsluitende borrel met Dijkstal was. Hé, ik was bijna vergeten wat voor leuke week dit was. En ik was niet eens op vakantie. Het hoort gewoon bij mijn leven.
En toch heeft het mijn tijd niet vertraagd. Ook deze week is voorbijgevlogen, door mijn vingers geglipt. Rennend en vliegend ben ik door de week gesneld. En als de spannende dinsdag op het ministerie voorbij is glij ik naast H. in bed, schurk tegen ‘m aan en val in slaap om weer fit te zijn voor de volgende dag. Die ook best wel weer wat spannends zal brengen.
Het fastfood-leven brengt veel leuks. Jammer dat het zo snel vervliegt, omdat het geen kans krijgt te beklijven: geen kleefkracht dus.
Je kunt het geheugen wel een handje helpen, althans, dat beweer ik zelf in mijn trainingen “snel en effectief lezen”.”Dat wat je netjes opbergt in je geheugen, onthoud je ook beter”. Ik hoor het mezelf zeggen. Dat geldt dus ook voor de ervaringen uit je eigen leven. Laat ze niet aan je voorbij gaan, maar berg ze actief op. Overdenk je week nog eens, schrijf het op. Dus wat meer en bewustere momenten van reflectie. Zou het zo simpel zijn? Een dagboek als tijdvertrager?