Studente in de bus. Utrechtse oma bij de kassa van Nettorama. Italiaanse toerist in binnenstad. Aardige dame in Winkel van Sinkel. Op zich hebben deze mensen niets met elkaar gemeen. Behalve dat het allemaal mensen zijn die ik in de afgelopen weken ben tegengekomen tijdens mijn wandeltochtjes door de stad met Keet.
Eind september toen Keet ongeveer een weekje thuis was begon ik met mijn expedities. Eerst voorzichtig (500 meter naar de buurtsuper), erg onwennig (ik, achter een kinderwagen?) en onder leiding van een professional (Donna, de kraamverzorgster). Daarna al snel zelfstandig, maar nog steeds voorzichtig en onwennig. Missie: de drogist, twee straten verderop. Een hele onderneming voor een beginneling. Eerst bedenken: “kan ik nú naar buiten of eerst voeden?” Dan de vraag: “hoe gaan we dit doen? Keet in haar reiswieg of de draagzak? Wielen en wagen naar beneden slepen of niet?” Het wordt de draagzak. Vestje aan, jas aan, muts op, baby in draagzak. Dat is één. Zelf jas aan, portemonnee mee, telefoon in zak, sleutels, en gaan. Helemaal compleet, maar oververhit kom ik buiten, waar het veel warmer en zonniger is dan onze kleren doen vermoeden. Maar de hele missie slaagt uiteindelijk wel. Ik kom zelfs met de goede boodschappen thuis. En toch bespeur ik een kleine teleurstelling bij mezelf: “Niemand heeft wat over Keet gezegd!” “Logisch”, is H’s commentaar ’s avonds, “met die draagzak om is het net alsof je een tas om hebt.”
Inmiddels ben ik een ervaren wandelaar. Sterker nog: wandelen met baby is mijn favoriete hobby geworden. Met wandelwagen of draagzak. En op moment is de “Babybjörn-buikdrager” mijn favoriete Keet-vervoerder. Een bezoekje aan de drogist, daar draai ik mijn hand niet meer voor om. Het is nu wandelen met de hoofdletter W. Naar de stad en terug. Uren zijn we samen op pad, Keet en ik. Voorzichtig en onwennig ben ik niet meer. Integendeel! En de studente in de bus, de Utrechtse oma bij de kassa en de Italiaanse toerist in binnenstad zijn allemaal slachtoffer van mijn plotselinge en voor mij volkomen onverwachte persoonsverandering. Want zodra iemand een opmerking maakt over mijn pronkstuk, ga ik nu los. Wie de opmerking maakt: “goh, dat is nog een kleintje”, kan van mij het hele verhaal verwachten: van “nou ze is al drie maanden”….. “is veel te vroeg en te klein geboren…”, “is al twee keer haar geboorte gewicht…” etc etc. Ik praat gewoon tegen iedereen die ons meer dan één blik gunt. Of ze willen of niet. Want sinds kort ben ik ongegeneerd trots!