Het was een goed jaar. Mijn eerste jaar als zelfstandig ondernemer, het jaar dat m’n boek uitkwam en het jaar dat Teun zich als een gezond eenjarig jongetje ontwikkelde. Ik deed de dingen die ik leuk vond, ontmoette inspirerende mensen, kreeg boeiende opdrachten, ging een steeds volwaardiger salaris verdienen en combineerde dit alles best goed met moederen. Begin juli was het wel zo’n beetje klaar. Tijd voor vakantie. Tijd voor elkaar, voor wat romantiek en hopelijk voor een goed boek.
Althans, dat was het plan.
Het werd Griekenland dit jaar. Geen ingewikkelde reisschema’s of stress over huisjes. We gingen mijn ouders opzoeken, die een appartementje hebben op het Griekse vaste land. Opa Piet stond ons op te wachten op het vliegveld. Het enige wat wij hoefden te doen was in de auto stappen, een uurtje later uitstappen, ons huisje naast het hunne betrekken, de goed gevulde koelkast openen, zwembroeken aandoen en de zee inrollen. Keet was niet uit het water weg te slaan, Teun niet uit de armen van opa. Dit jaar zou het wel goed komen met mij en de zomervakantie.
Tot ik daar te veel over ging nadenken. Nadenken kan ik heel goed. De afgelopen weken, maanden was er eigenlijk geen minuut waarin ik niet nadacht. Over hoe de dag zou lopen, wanneer ik opdracht A zou schrijven, of blog B. Wat ik op de Relax Mama-Facebookpagina zou posten en hoeveel ‘likes’ dat zou opleveren. Over hoe laat ik de kinderen zou ophalen en of ik daarvoor of daarna zou koken. En eerlijk is eerlijk, ik vond het ook allemaal leuk.
Nu hoefde ik niet na te denken, alle to-do-lijstjes waren weg. Maar mijn hersens waren nog niet gewend aan deze rust, gingen op zoek naar een ander onderwerp en kwamen zo al snel uit op mijn zwakke plek. Mijn achilleshiel. Stemmetjes drongen mijn hoofd binnen. Stemmetjes die ik aanvankelijk heel mindfull probeerde weg te wuiven. Want gedachte zijn ook maar gedachten en je ‘bent niet je gedachte’. Gewoon doen alsof ‘het’ er niet is. En toen ik op dag twee over de boulevard liep om met man en dochter te gaan lunchen kon ik er niet onderuit. Een paniekaanval nam mijn lichaam over. Een steen in m’n buik, m’n armen en benen als verlamd en ondertussen bedenken of ik tzaziki of souvlaki moest bestellen. Man en dochter praatten en lachten honderduit, ik deed een goede poging om mee te doen. Glimlach op mijn hoofd en aandacht erbij houden. Dit waait wel over, ik doe gewoon alsof. Maar gelukkig. Ik besloot op dat moment anders. Met een halfvol bord en het schaamrood op mijn kaken bekende ik manlief dat ik ‘het’ weer had. Mijn vakantiefobie. Ik heb altijd wel even tijd nodig gehad om er een beetje in te komen, had als klein meisje last van heimwee, maar sinds ik in 2006 een keer goed ingestort ben geweest op vakantie heeft dit ‘wennen’ zich ontwikkeld tot een heuse angststoornis. Een spook dat zich zo nu en dan weer eens aandient. Een angst die ik stom en belachelijk vind en waar ik me best voor schaam. Want vakantie is juist leuk en wie is er nou bang voor vakantie?
We zijn een week verder. En inmiddels ben ik best trots op mezelf. Want het heeft deze keer maar een dag of twee geduurd. Het uitspreken bleek het halve werk. Of misschien was dat de hele truc. Niet doen alsof en hopen dat het overwaait. Serieus bijslapen hielp ook. En een man hebben die snapt wat angst is, lief is én je een keer heel streng toespreekt mag je ook niet onderschatten.
Tijd dus nu om m’n computer dicht te klappen en vakantie te gaan vieren. Want dat kan ik namelijk heel goed. En met die romantiek schijnt het ook nog goed te komen…
Dit blog verscheen eerder op www.mentaalvitaal.nl, waar ik sinds kort een maandelijkse column heb.
Althans, dat was het plan.
Het werd Griekenland dit jaar. Geen ingewikkelde reisschema’s of stress over huisjes. We gingen mijn ouders opzoeken, die een appartementje hebben op het Griekse vaste land. Opa Piet stond ons op te wachten op het vliegveld. Het enige wat wij hoefden te doen was in de auto stappen, een uurtje later uitstappen, ons huisje naast het hunne betrekken, de goed gevulde koelkast openen, zwembroeken aandoen en de zee inrollen. Keet was niet uit het water weg te slaan, Teun niet uit de armen van opa. Dit jaar zou het wel goed komen met mij en de zomervakantie.
Tot ik daar te veel over ging nadenken. Nadenken kan ik heel goed. De afgelopen weken, maanden was er eigenlijk geen minuut waarin ik niet nadacht. Over hoe de dag zou lopen, wanneer ik opdracht A zou schrijven, of blog B. Wat ik op de Relax Mama-Facebookpagina zou posten en hoeveel ‘likes’ dat zou opleveren. Over hoe laat ik de kinderen zou ophalen en of ik daarvoor of daarna zou koken. En eerlijk is eerlijk, ik vond het ook allemaal leuk.
Nu hoefde ik niet na te denken, alle to-do-lijstjes waren weg. Maar mijn hersens waren nog niet gewend aan deze rust, gingen op zoek naar een ander onderwerp en kwamen zo al snel uit op mijn zwakke plek. Mijn achilleshiel. Stemmetjes drongen mijn hoofd binnen. Stemmetjes die ik aanvankelijk heel mindfull probeerde weg te wuiven. Want gedachte zijn ook maar gedachten en je ‘bent niet je gedachte’. Gewoon doen alsof ‘het’ er niet is. En toen ik op dag twee over de boulevard liep om met man en dochter te gaan lunchen kon ik er niet onderuit. Een paniekaanval nam mijn lichaam over. Een steen in m’n buik, m’n armen en benen als verlamd en ondertussen bedenken of ik tzaziki of souvlaki moest bestellen. Man en dochter praatten en lachten honderduit, ik deed een goede poging om mee te doen. Glimlach op mijn hoofd en aandacht erbij houden. Dit waait wel over, ik doe gewoon alsof. Maar gelukkig. Ik besloot op dat moment anders. Met een halfvol bord en het schaamrood op mijn kaken bekende ik manlief dat ik ‘het’ weer had. Mijn vakantiefobie. Ik heb altijd wel even tijd nodig gehad om er een beetje in te komen, had als klein meisje last van heimwee, maar sinds ik in 2006 een keer goed ingestort ben geweest op vakantie heeft dit ‘wennen’ zich ontwikkeld tot een heuse angststoornis. Een spook dat zich zo nu en dan weer eens aandient. Een angst die ik stom en belachelijk vind en waar ik me best voor schaam. Want vakantie is juist leuk en wie is er nou bang voor vakantie?
We zijn een week verder. En inmiddels ben ik best trots op mezelf. Want het heeft deze keer maar een dag of twee geduurd. Het uitspreken bleek het halve werk. Of misschien was dat de hele truc. Niet doen alsof en hopen dat het overwaait. Serieus bijslapen hielp ook. En een man hebben die snapt wat angst is, lief is én je een keer heel streng toespreekt mag je ook niet onderschatten.
Tijd dus nu om m’n computer dicht te klappen en vakantie te gaan vieren. Want dat kan ik namelijk heel goed. En met die romantiek schijnt het ook nog goed te komen…
Dit blog verscheen eerder op www.mentaalvitaal.nl, waar ik sinds kort een maandelijkse column heb.