zondag 20 juni 2004

Toekomstig moederschap

De wereld van vrouwen is ingedeeld in twee kampen: “gewone vrouwen” en moeders. Toen ik net zwanger was, had ik het idee dat ik in een gymzaal stond aan de kant van de niet-moeders, maar dat de moeders aan de andere kant van de gele streep heel hard probeerden me die kant op te krijgen: “ Kom maar bij ons! Kom bij ons!”
Zwanger zijn is één ding, maar de wereld van moeders instappen is wat anders. Ik voel me eigenlijk nog prima thuis aan mijn eigen kant van de gymzaal.
Maar ook in niemandsland tikt de tijd door. Nog maar 2,5 maand en dan hoor ik definitief bij ‘die andere groep’. En vanuit mijn ligstoel op een Italiaanse camping heb ik ruimschoots de mogelijkheid om te bekijken wat dat betekent. Genoeg voorbeeldmateriaal. Leuke kindjes genoeg. Dat zit wel goed. Maar die moeders! Om te beginnen lijkt het alsof de moeders een soort kapsel-afspraak hebben: lekker kort, lekker makkelijk. En, waarom zijn moeders steeds zo chagrijnig?
Naast mij zit een kort gekapte moeder met Heleen van Royens’ Godinnen van de Jacht bij het zwembad, waar haar twee zoontjes met een bal spelen. Het enige wat ik haar hoor zeggen: Daan niet doen... Bas laat dat ....
Die avond zien we het gezin in een restaurant. De kinderen klooien met het eten, de ouders kijken zwijgzaam over het meer. En ja, daar zie ik bij de vrouw afhangende mondhoeken. Waar zou het zijn mis gegaan bij dit stel? Oké toegegeven, dit is direct het slechtste voorbeeld dat ik kon treffen, maar het valt me op dat ik bij de meeste moeders verdomd vaak het woordje niet hoor. Dat weinig moeders gevoel voor humor laten zien en alles wel heel serieus aanpakken. Is dit mijn voorland?
Een paar honderd kilometer verder zie ik bij een ander zwembad Sander van een jaar of drie met zijn gympjes bij het zwembad. Hij vraagt aan zijn oudere broer ‘zijn dit waterschoentjes?’ En zonder echt op het antwoord te wachten hangen zijn voeten al in het water. H. en ik aanschouwen dit tafereel geamuseerd. Kinderen zijn echt grappig. Maar dan komt moeders de hoek om. ‘Sander!’ Mamma is not amused. Ze rukt haar zoon bij het zwembad vandaan en sleept hem mee naar de net opgezette tent. H. en ik kijken elkaar aan. Is het erg als gympjes nat worden?
Ondertussen lijkt er met het humeur van de vaders niets mis. De vaders lezen hun boek, of de Autoweek. De vaders spelen met hun kids terwijl de moeder waarschuwingen geeft. De rolverdeling lijkt duidelijk. Moeder zeurt, vader dolt.
Is het echt zo, of heb ik last van “cold feet”? Er waren aan de Italiaanse zwembaden heus ook leuke moeders. En mijn vriendinnen met kinderen zijn ook geen zuurpruimen. Maar wil iemand mij waarschuwen als ik in de toekomst plotseling mijn haar knip, als ik Heleen van Royen ga lezen en mijn mondhoeken gaan zakken? Ik wil geen echte moeder worden. Laat mij maar de pappa zijn!