Posts tonen met het label Eerste schrijfsels. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Eerste schrijfsels. Alle posts tonen

vrijdag 30 januari 2004

Snobs

“Ik weet dat ik het niet mag zeggen, maar ik vond het eten écht niet lekker”, aldus H. over de tapas bij MiMadre. “De gehaktballetjes smaakten chemisch, de calamares waren taai en de spekjes in de salade te vet.” H. zegt het een beetje schoorvoetend omdat ik ‘m vorige week voor snob uitmaakte toen hij tijdens een etentje van opa in een grillrestaurant ook verkondigde dat hij het vies vond. “De vis was echt niet vers en dat bbq-vlees …” Hij zei het op zo’n manier dat broer G. en nieuwe vriendin het ook net konden horen.
Wat is er gebeurd met de jongen voor wie ik vier jaar geleden viel? Waar is de jongen die mij een slavink voorschotelde de eerste keer dat ik bij hem at? Die bij alles wat hij at, zei dat het HEERLIJK was. Ik ben bang dat hij voor altijd is verpest. Dat zijn culinaire leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Help! Mijn vriend is veranderd in een fijnproever! En fijnproever zijn is niet altijd makkelijk. Een fijnproever is snel tevreden met simpele eerlijke maaltijden. Maar hij is ook snel teleurgesteld. En: hij wordt niet altijd begrepen. Als fijnproever moet je daarom op je hoede zijn. Onder gelijkgestemden heb je geen probleem. Maar pas op voor de onwetenden. Verpest de avond niet voor mensen die onschuldig genieten van wat ze te eten krijgen. Dat jouw eetlust tot onder nul daalt, betekent niet dat je het voor hun moet verpesten.
En zo is het verlopen met de man van de slavink. Maar wat is er gebeurd sinds zijn eerste bezoekje bij mij? Terwijl ik me onwetend uitsloofde in de keuken, speurde hij door mijn bescheiden cd-collectie, waarover hij later zei: een “verrassende” collectie (?!). Waarschijnlijk checkte hij of ik geen Bon Jovi had, want dan was hij zeker weggeweest. Maar we hadden geluk: geen Bon Jovi. En de combinatie Pearl Jam, Marco Borsato, Tom Waits was blijkbaar acceptabel.
Inmiddels is alles anders: ik zet de radio uit bij Bon Jovi. Ook als H. niet thuis is. Ik ken bands die de hitparades nooit halen, maar door muziekcritici de hemel in worden geprezen. Ik ben teleurgesteld in de muziek op het gemiddelde feestje: vaak commercieel en weinig creatief. Eighties party’s, please don’t! En als ik met collega’s over muziek praat, merk ik dat ik een tikje arrogant luister naar wat zij leuk vinden (ze weten immers niet beter). Ik ben verpest. De juweeltjes die ik thuis hoor, hebben mijn gehoor beïnvloed. Ik weet nu wat mooi is, origineel en wat een slap aftreksel. Ik ben een muzieksnob geworden…Of fijnproever? Ik moet in ieder geval leven met mijn handicap. Misschien is het makkelijker als je geen smaakt hebt ontwikkeld. Gewoon happen en doorslikken. Maar het is ook vlakker! Daarom: fijnproevers verenigt u. Geniet van elkaar en van je snobisme. Maar realiseer je: niet iedereen vindt een Armani-bril beter dan een bril van Hans Anders. En drie op de tien mensen wil echt begraven worden met Frans Bauer.

vrijdag 23 januari 2004

Kanaalstraat

Zaterdagmiddag, een uur of vier. Het is koud, ik moet nog boodschappen doen. Even snel naar de supermarkt, of op de fiets naar de Kanaalstraat? Ik kies het laatste, doe mijn sjaal om, dikke wanten aan en trek de fiets uit de gang. De eerste stop is Halal: mijn favoriete Turkse groenteboer. Dan: Rob de Kaasboer voor een stukje Parmezaanse kaas. Nu alleen nog pijnboompitten en ontbijtspullen. Pijnboompitten? Die hebben ze waarschijnlijk wel bij de "Persi Poli" en voor het ontbijt nog even naar de Spar. Mijn tas knelt mijn schouder af en door de tas aan mijn stuur fiets ik nogal wiebelend door het chaotische verkeer op de Kanaalstraat. En dan realiseer ik me: ik ben gelukkig!
Oké, ik heb misschien een dwangmatige manier van winkels afstruinen. Maar zolang je van je eigen neurotische gedrag kunt genieten, schijnt het niet erg te zijn. Mijn weekend is goed als ik met een tas vol groente en fruit voor slechts vier euro de “turk” verlaat. Ik loop breed glimlachend op straat als ik bij de importwinkel de lekkerste feta krijg en een grote bos koriander voor 50 eurocent.
Het zou een hoop tijd schelen om gewoon naar één supermarkt te gaan, in één keer alles te kopen, in de achterbak te gooien en in een warme auto naar huis te rijden. Geen gezwabber met zware tassen, geen zere schouder……
Of de optie van vrienden P. en W: alles bestellen en thuis laten bezorgen via Albert.nl. Een stuk sneller en relaxter, maar ook een stukje duurder.
Speelt hier gewoon mijn Hollandse zuinigheid? Gaat het om geld? Deels wel. Het is wel een kick om de hele week lekker te kunnen eten voor 70 euro. Een beetje zuinigheid is het wel.
Maar het is vooral het vakantiegevoel dat de Kanaalstraat geeft. Het is het sprongetje dat mijn hart maakt als mijn Turkse vriend achter de kassa vraagt of ik hard gewerkt heb (hij blijkt trouwens Iraniër te zijn). Het is de vriendelijkheid en de persoonlijke aandacht. Het zijn de tomaten die niet allemaal even mooi rood en rond zijn. Het is het gemis aan prijzenoorlog, slimme marketingstrategieën en uitgekiende aanbiedingen. Geen kant en klare maaltijden. Maar gewoon een winkel, een straat met kleur, en aardige mensen.
De kleine Nederlandse kruidenier en de bakker op de hoek zijn in de meeste steden en dorpen wel verdwenen. Weggeconcurreerd door supermarktketens. De unieke winkeltjes zijn vervangen door eenheidsworst. Gemakswinkels, die ons voorzien van keurig uitziende identieke producten, volledig afgestemd op de wensen van de klant.
De Turkse en Antilliaanse middenstanders in de Kanaalstraat lijken zich hiervan niets aan te trekken. Ze doen hun eigen ding. Iedereen doet waar hij goed in is. Deze middenstanders zijn niet ‘opgenomen in het grote geheel’, dus volgens Van Dale niet geïntegreerd.
P. en W. hebben inmiddels de Turk ook ontdekt. En onder de indruk van de gemoedelijkheid gaf W. in een paar woorden weer wat ik al jaren voelde: ´het zijn de nieuwe oud-Hollandse kruideniers!`

dinsdag 13 januari 2004

Slice of life

Vandaag is er in Den Haag een leraar door zijn hoofd geschoten. Door een leerling. In de kantine. Op klaarlichte dag. Onder de ogen van tientalle andere leerlingen.
Ik hoor dit nieuws terwijl ik in de auto naar huis in de file sta op de A2. Om mij heen schuift de ene lease-auto naast de andere lease-auto steeds een paar meter op. Ik heb net een training gegeven aan drie beschaafde jonge mannen (gemiddelde leeftijd 25 jaar) en een vriendelijke jongedame van een chique bank, om ze te leren hoe ze duidelijke en beschaafde rapporten kunnen schrijven voor nog veel chiquere en belangrijkere mensen. In mijn auto met airco en leren bekleding bel ik hands free een succesvolle vriendin met burn-out. Vriendin heeft het nieuws over de schietpartij nog niet gehoord. Zij is therapeutisch haar huis aan het schilderen.
Op ditzelfde moment is er in Den Haag een jongen van 17 jaar voortvluchtig omdat hij net zijn leraar door de kop heeft geschoten. In een volle kantine. Met tientalle getuigen. Zwerft hij nu op straat op zoek naar een goede schuilplaats? Zit hij op de bank bij vrienden die hem beschermen? Inmiddels weet heel Nederland wat hij gedaan heeft. Wat is er met hem aan de hand? Is dit een incident of is er iets groters gaande?
Zo’n 60 kilometer verderop zit op dat moment vriend H. in de trein naar huis. Traject Bussum – Utrecht. Te genieten van zijn nieuwste speeltje, de Ipod, waar wel 500 cd’s in kunnen. Hij heeft zijn werk inmiddels veilig verlaten. Zonder kogels, zonder messteken. Ik bel hem en vraag of hij het nieuws al heeft gehoord. Nee, hij had het nog niet gehoord. Is wel geschokt, maar niet verbaasd.
Niet verbaasd. Ik ben bijna thuis, H. is ook bijna thuis. We drinken samen een cup-a-soup. Ook al is het al vier uur geweest. We nodigen een vrijgezelle vriend uit om te komen eten. Op het nieuws zien we een verslaggever bij een verlaten school nog eens vertellen wat er is gebeurd. De jongen is op dat moment nog steeds voortvluchtig. Wij eten zuurkool met gebakken banaan.
Morgen gaat vriend weer naar school om acht jongens en twee meisjes die buiten het reguliere onderwijs terecht zijn gekomen te ondersteunen bij het leren. Het zijn geen lieverdjes. Anders hadden ze niet in zijn klas gezeten.
Morgen ga ik weer naar mijn keurige kantoor. Een fatsoenlijke vergadering bijwonen met goed betaalde managers. Daarna heb ik een tot in de puntjes verzorgde nieuwjaarsborrel in een cultureel verantwoorde locatie.

woensdag 3 december 2003

Taboe

Taboes zijn taboe, alles is bespreekbaar. Welke modelletje schaamhaar je hebt, of je een tarzan in huis hebt, gewoon wat onderwerpen die bij het gemiddelde meidenetentje over tafel gaan. Transseksualiteit, ooglidcorrecties, burn-out, slechte seks? Ook tv-programma’s schuwen geen taboe. Alles is bespreekbaar, en nog mooier, met de camera erbij is eigenlijk ook alles heel makkelijk “op te lossen”.
Maar laat ik nu net last hebben van iets onbespreekbaars. Een kwaal waar ik zelf niet over durf te beginnen, maar waar mijn omgeving ook haar mond over houdt. Ik wil het nog niet eens hardop op papier bekennen. Heb ik het laatste taboe?
Het vervelende van wat ik heb, is dat ik zelf niet echt door heb wanneer ik het heb. De mensen om mij heen merken het wel, maar die zijn dan weer bang om er iets van te zeggen, want het is tenslotte een taboe. Gelukkig was H. zo vriendelijk om mij erop attent te maken. Zodat ik er wat aan kan doen. Zodat ik niet in een sociaal isolement kom. Want dat is namelijk het gevaar van mijn kwaal.
Ja, er zijn wel middeltjes tegen. Maar die zijn niet allemaal even goed, en soms zijn ze ineens tijdelijk op. Het zit ook nog niet zo in mijn systeem dat ik altijd wat bij me heb. En zo kan het dus voorkomen dat ik niets kan doen en de kwaal niet kan tegen houden. En dat is lastig als je net bij een klant bent, een training aan het geven bent of een afspraak met vriendinnen hebt. Afgelopen zondagavond bijvoorbeeld. Meideneten bij D. Toen was het waarschijnlijk heel erg, want H. merkte het direct toen ik ’s avonds thuis kwam. Aarghhh hellup, wat moeten die meiden wel niet denken? En de maandag daarop, gaf ik een training bij de Gemeente Boskoop. Ons contactpersoon daar was een leuke dame met wie ik prima over de training kon napraten. Maar ik durfde haar niet recht in haar gezicht aan te kijken tijdens ons gesprek, bang dat ze mijn kwaal zou opmerken. Geen goed gesprek dus, oftewel een gemiste kans.
Wat nu? Zo kan ik toch niet verder? Toch maar naar de dokter? Het internet op? Chatgroepen opzoeken? Zouden er operaties zijn?
Misschien moet ook ik maar met de billen bloot en kijken welk tv-programma geld ziet in mijn taboe. Avro’s Vinger aan de Pols lijkt me wel geschikt. Een serieus en oprecht programma, waarin mensen niet worden misbruikt. Neem nou de laatste uitzending. Een prachtig meisje biechtte op dat ze ‘intersexueel’ is. Wat dat precies is, is me eigenlijk nog niet helemaal duidelijk. Maar wat de precieze kenmerken zijn werd met veel respect behandeld. Fantastisch toch, dat de AVRO zo’n mooi meisje in nood helpt?!
Ook ik zie er best goed uit. Zouden ze mij ook een kans geven om mijn taboe bespreekbaar te maken? Is voor mij ook de verlossing nabij? Of moet ik leren leven met mijn kwaal? En met mijn mondsprays, pepermuntjes, Smints en Xilithol fresh breath papers?

donderdag 20 november 2003

Tijdvertrager

Een vakantieweek is twee keer zo lang als een werkweek. En mijn weekendje op het Franse platteland duurde echt langer dan een gewoon weekend thuis. Dat is mooi. Blijkbaar heb ik op vakantie meer waar voor mijn tijd. Als het leven te snel aan me voorbij glijdt moet ik dus gewoon meer op vakantie.
Psycholoog Douwe Draaisma zegt ook zoiets in zijn boek “Waarom het leven sneller gaat als je ouder bent”: een periode waarin je veel beleeft, lijkt voor je tijdsbeleving langer te duren. Lijkt de zes jaar van je middelbare school ook niet veel langer dan de afgelopen zes jaar? Tussen je vijftiende en je twintigste maak je veel dingen voor het eerst mee: eindexamen, voor het eerst verliefd, studiekeuze, op jezelf wonen. Volgens deze Douwe Draaisma hebben alle eerste keren een ontzettende kleefkracht in het geheugen.
Dus als je je leven wilt verlengen moet je meer spannende dingen voor het eerst doen? Meer op vakantie en meer spannende dingen doen? Gaat het gewone leven te snel omdat het te saai is?
Zal toch niet? Kunnen we onze tijd niet op een andere manier vertragen?
Vrijdagavond in café ’t Licht. Mooie avond om de week door te nemen. Ik vraag D. wat ze deze week heeft gedaan. Simpele vraag. Maar blijkbaar niet simpel te beantwoorden. Na diep nadenken bedenkt ze dat ze een item voor het nieuws heeft gemaakt over een Arabisch woordenboek of iets dergelijks. Het andere onderwerp dat ze deze week maakte blijft ergens steken bij het volgende biertje. Ik weet nog steeds niet wat het was.
Zelfde avond een uurtje eerder. Ik herinner me opeens dat ik eerder in de week met Hans Dijkstal heb geborreld en vertel aan K. en F. hoe de training “Speeches schrijven” en de afsluitende borrel met Dijkstal was. Hé, ik was bijna vergeten wat voor leuke week dit was. En ik was niet eens op vakantie. Het hoort gewoon bij mijn leven.
En toch heeft het mijn tijd niet vertraagd. Ook deze week is voorbijgevlogen, door mijn vingers geglipt. Rennend en vliegend ben ik door de week gesneld. En als de spannende dinsdag op het ministerie voorbij is glij ik naast H. in bed, schurk tegen ‘m aan en val in slaap om weer fit te zijn voor de volgende dag. Die ook best wel weer wat spannends zal brengen.
Het fastfood-leven brengt veel leuks. Jammer dat het zo snel vervliegt, omdat het geen kans krijgt te beklijven: geen kleefkracht dus.
Je kunt het geheugen wel een handje helpen, althans, dat beweer ik zelf in mijn trainingen “snel en effectief lezen”.”Dat wat je netjes opbergt in je geheugen, onthoud je ook beter”. Ik hoor het mezelf zeggen. Dat geldt dus ook voor de ervaringen uit je eigen leven. Laat ze niet aan je voorbij gaan, maar berg ze actief op. Overdenk je week nog eens, schrijf het op. Dus wat meer en bewustere momenten van reflectie. Zou het zo simpel zijn? Een dagboek als tijdvertrager?