“Ik weet dat ik het niet mag zeggen, maar ik vond het eten écht niet lekker”, aldus H. over de tapas bij MiMadre. “De gehaktballetjes smaakten chemisch, de calamares waren taai en de spekjes in de salade te vet.” H. zegt het een beetje schoorvoetend omdat ik ‘m vorige week voor snob uitmaakte toen hij tijdens een etentje van opa in een grillrestaurant ook verkondigde dat hij het vies vond. “De vis was echt niet vers en dat bbq-vlees …” Hij zei het op zo’n manier dat broer G. en nieuwe vriendin het ook net konden horen.
Wat is er gebeurd met de jongen voor wie ik vier jaar geleden viel? Waar is de jongen die mij een slavink voorschotelde de eerste keer dat ik bij hem at? Die bij alles wat hij at, zei dat het HEERLIJK was. Ik ben bang dat hij voor altijd is verpest. Dat zijn culinaire leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Help! Mijn vriend is veranderd in een fijnproever! En fijnproever zijn is niet altijd makkelijk. Een fijnproever is snel tevreden met simpele eerlijke maaltijden. Maar hij is ook snel teleurgesteld. En: hij wordt niet altijd begrepen. Als fijnproever moet je daarom op je hoede zijn. Onder gelijkgestemden heb je geen probleem. Maar pas op voor de onwetenden. Verpest de avond niet voor mensen die onschuldig genieten van wat ze te eten krijgen. Dat jouw eetlust tot onder nul daalt, betekent niet dat je het voor hun moet verpesten.
En zo is het verlopen met de man van de slavink. Maar wat is er gebeurd sinds zijn eerste bezoekje bij mij? Terwijl ik me onwetend uitsloofde in de keuken, speurde hij door mijn bescheiden cd-collectie, waarover hij later zei: een “verrassende” collectie (?!). Waarschijnlijk checkte hij of ik geen Bon Jovi had, want dan was hij zeker weggeweest. Maar we hadden geluk: geen Bon Jovi. En de combinatie Pearl Jam, Marco Borsato, Tom Waits was blijkbaar acceptabel.
Inmiddels is alles anders: ik zet de radio uit bij Bon Jovi. Ook als H. niet thuis is. Ik ken bands die de hitparades nooit halen, maar door muziekcritici de hemel in worden geprezen. Ik ben teleurgesteld in de muziek op het gemiddelde feestje: vaak commercieel en weinig creatief. Eighties party’s, please don’t! En als ik met collega’s over muziek praat, merk ik dat ik een tikje arrogant luister naar wat zij leuk vinden (ze weten immers niet beter). Ik ben verpest. De juweeltjes die ik thuis hoor, hebben mijn gehoor beïnvloed. Ik weet nu wat mooi is, origineel en wat een slap aftreksel. Ik ben een muzieksnob geworden…Of fijnproever? Ik moet in ieder geval leven met mijn handicap. Misschien is het makkelijker als je geen smaakt hebt ontwikkeld. Gewoon happen en doorslikken. Maar het is ook vlakker! Daarom: fijnproevers verenigt u. Geniet van elkaar en van je snobisme. Maar realiseer je: niet iedereen vindt een Armani-bril beter dan een bril van Hans Anders. En drie op de tien mensen wil echt begraven worden met Frans Bauer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten