Zeggen dat je “heel erg voor gemengde scholen bent” is bijna zoiets als zeggen dat je “enorm tegen onrecht bent”. Je opent er niet echt een discussie mee. Dus dat ga ik ook niet doen. Keet zit tenslotte ook op een gemengde school. Lekker verantwoord en ook nog dichtbij.
Keets vriendengroep is sinds ze naar school gaat behoorlijk gegroeid. En onze vriendengroep trouwens ook. Er gaat een wereld voor je open als je kind naar groep 1 gaat. Er blijken opeens veel meer kinderen in de buurt te wonen dan je dacht. En andere ouders blijken ook best leuke mensen te zijn. Sommige dan.
Je leert tijdens de eerste dagen op het schoolplein meer over de wijk dan ooit tevoren. En je wordt geconfronteerd met karaktereigenschappen die je niet had gezien sinds je zelf als kind op het schoolplein rondliep. Alhoewel mijn school een echte witte school was. Bij ons had je geen allochtonen, zelfs geen adoptiekinderen. En hoewel ik nu al jaren trots in een gemengde wijk woon, het enige contact dat ik met mijn Turkse of Marokkaanse buurtgenoten heb, is via de buurtsuper of de groenteman. De schoolcarrière van Keet biedt mij dus mooi nieuwe kansen tot integratie.
Tijdens mijn eerste weken op het schoolplein werd me al snel duidelijk dat de kinderen van Keets school grofweg in drie groepen zijn in te delen. Voor het hek staan de ouders van de eerste groep: voornamelijk moeders. Ze staan bij hun brommer, roken shag en hebben hun haar geverfd, bijvoorbeeld in een rode kleur die meer lijkt op paars. Ze zien er ouder uit, maar zouden zomaar acht jaar jonger kunnen zijn. Op het schoolplein staan de andere twee groepen: de ouders van Khalid, Tugra en Yusef en dan heb je nog de groep tweeverdieners. Daarvan kende ik er al een paar. Die waren ik en mijn oogkleppen tenslotte al tegengekomen op de kinderopvang en in de speeltuin.
Inmiddels zijn we een jaar verder. Keet zit in groep twee. Keet vindt het niet meer dan normaal dat sommige moeders hoofddoeken hebben. Ze vertelde vorig jaar doodleuk dat Tugra’s piemels “was afgesneden” (volgens Keet en Yulai heeft hij dat ook in de klas gedemonstreerd) en ze weet dat vorige maand het Suikerfeest was. Maar met mijn eigen integratie is het nog steeds treurig gesteld. Op weg naar het schoolplein loop ik zo snel mogelijk langs de delegatie “Frans Bauer” rechtstreeks naar “mijn eigen soort”. Soms maak ik een praatje met K., één van de “Marokkaanse” moeders uit Keets klas. Maar ik ben opeens verlegen als ik naast haar sta. Weet opeens niet meer van de koetjes en kalfjes. En dat alleen omdat ze een hoofddoek draagt. Want K. woont al langer in Utrecht dan ik. En Ali, de lieve en meest geëmancipeerde vader uit de klas, heb ik ook al tijden niet gesproken.
Ja, ik ben heel erg voor gemengde scholen. Alleen ben ik nog niet zo goed in mengen.