zondag 23 juni 2013

Baby blues



Ik heb nooit een groot gezin geambieerd. Sterker nog, toen zwanger worden van de tweede niet vanzelf leek te lukken hebben we een tijdje gedacht dat we met z’n drieën zouden blijven. En dat was goed. We waren namelijk heel leuk met zijn drieën: Henno, Keet en ik. 

Maar ongeveer vier maanden na dat besluit, werd ik maar niet ongesteld en wat we niet meer durfden te hopen bleek waar: er was een tweede op komst! Na een nogal spannende zwangerschap, vanwege allerlei afwijkingen die Teun leek te hebben, werd hij 18 augustus toch gezond geboren. Met een keizersnee. Een beetje ingewikkelde keizersnee, maar alla hij was er. Vanaf toen maakte hij het ons nog een half jaartje moeilijk doordat er steeds wat mankementen bij hem geconstateerd werden als gaatjes in het hart, een niet goed werkend schildklier en wat dan nog meer. Maar gelukkig viel alles steeds mee, is hij uiteindelijk gewoon een gezonde jongen en heeft hij nooit ergens voor geopereerd hoeven worden. En ik ben nu, bijna drie jaar later, die eerste stressmomenten grotendeels vergeten.

We zijn met z’n vieren en dat is goed. Onze nachtrust is al bijna weer normaal. Teun kan zichzelf steeds beter vermaken. We kunnen zelfs af en toe met z’n vieren naar een restaurant en dan is het ook leuk. 
Ik vind het fantastisch om moeder te zijn, maar ik ben geen oermoeder die urenlang op de grond kan spelen met haar kinderen. Ik hou niet van knutselen en ik word gek als ik op een dag geen moment voor mezelf heb, zoals afgelopen woensdag. Maar die dagen worden schaarser en ik kijk uit naar de dag dat Teun naar school gaat en ik mijn eigen territorium weer iets verder kan uitbreiden en weer wat meer uren kan gaan werken. Dus zoals ik al zei: het is goed zo. En dat komt goed uit, want ik wordt dit jaar 43. En ik blijk al niet zo heel goed te zijn in zwangerschappen zonder complicaties. En allebei onze kinderen waren eigenlijk nog niet echt af toen ze ter wereld kwamen. Dus om die gok nog een derde keer te wagen zou natuurlijk niet in mijn hoofd opkomen.

Het slaat dus nergens op dat ik een vaag gevoel van jaloezie voel als ik Mariëlle ontmoet die zeven gezonde kinderen heeft en dat combineert met een leuk leven naast haar kinderen. Het gaat ook nergens over dat ik opeens overal zwangere vrouwen om me heen zie of moeders met kleine baby’tjes in draagdoeken.

Maar goed. Nu wil ik dus nog een baby. En nee, het gaat niet gebeuren. Het zal de 'baby blues' wel zijn. Afscheid van een periode die nu echt definitief voorbij is. En opa's en oma's, lieve vrienden en familie don't worry: in deze gaat mijn verstand het winnen van de tijdelijke hormonale vlaag van verstandsverbijstering. Want de twee mooiste kinderen van de wereld heb ik toch al.

woensdag 5 juni 2013

Kusjes


Hij kust me als ik hem in mijn armen heb in de drukte van de avondvierdaagse.
Hij zegt zachtjes: ‘ik vind je lekker.’
Hij kust me in de rij voor de kassa in de supermarkt vol op mijn mond
en zegt luid genoeg zodat iedereen het kan horen: ‘ik hou van jou.’
Ik gloei en hoop dat iedereen het heeft gehoord.
Hij gooit zijn armen om mijn hals en drukt zijn wang tegen de mijne.
Hij is een moederskindjes. Hij is twee en hij is van mij.