zondag 15 februari 2009

Valentijnsdag

Het was toeval dat we juist op 14 februari een date hadden. Maar dat we niet de enigen waren, dat was duidelijk. Als je uit eten wilt op Valentijnsdag, kan je dat beter niet op de dag zelf verzinnen.
We hadden het rijk alleen. Keet was net opgehaald door opa en oma en H. kreeg een migraineaanval. Al met al was het dus maar de vraag of deze “vrije avond” een romantische invulling zou krijgen. Maar na 1,5 uur slaap, slechte zaterdagmiddagtelevisie vanuit bed, chips en sinas, en wat twijfels, besloten we toch een poging te wagen. “Als het niet gaat, gaan we gewoon naar huis,” stel ik H. gerust. Zonder reservering op zak stappen we op de fiets en besluiten in de buurt wat te zoeken. Dichterbij en misschien meer kans op een tafel dan in de romantische binnenstad. Na afwijzing één in Oog in Al, fietsen we richting Kroeselaan. Langs de Jaarbeurs, Veilinghaven en restaurant Divinatio (moeten we nog een keer heen). We komen tot de conclusie dat dit fietstochtje al de moeite waard is, omdat we ons opeens toerist in eigen stad voelen. Dit stuk Utrecht is leuk.
We fietsen verder over de Veilinghavenkade en H. wijst me op de platbodems en de moderne appartementen. Omdat we naar rechts kijken, missen we bijna de Japanner op links. Hé Japanner? Ziet er best aardig uit en niet vol. En sushi is net wat we nodig hebben!
De opperjapanner van de tent (of is hij nou chinees?) heeft ook geen rekening gehouden met Valentijnsdag. Hij heeft het druk. Hij rent zelfs. Hij heeft zweetdruppeltjes op zijn bovenlip, heeft soms een lijst met reserveringen in zijn hand en soms een stapel bordjes. Maar hij heeft uiteindelijk wel een plek voor ons bij de bakplaat, waar nog drie andere stellen zitten. Daar hebben we ruimschoots de tijd om de chaos te aanschouwen. We zijn nu driekwartier binnen en niemand heeft nog gevraagd wat we willen drinken. We zijn niet de enigen waarbij niets gebeurd. De onrust en het ongenoegen van de gasten om ons heen is voelbaar. We komen er achter dat we in een “eat-as-much-as-you-can-Japanner” zitten. Een grote Utrechtse man loopt voor de derde keer naar buiten met zijn pakkie shag. Onze bakplaatgenoten krijgen langzamerhand een band. De avond wordt steeds grappiger. Maar een wijntje erbij zou wel leuk zijn.
Een dik uur nadat we binnen zijn krijgen we onze fles wijn, van de manager himself. Hij licht het yahtzeekaartje toe waarop we kunnen bestellen wat we opkunnen, “maar,” zegt hij er bij “verspilling wordt niet gewaardeerd”. Als je meer bestelt dan je opkunt dan betaal je één euro per stuk voor wat je laat liggen. De sushi smaakt goed. De teppan yaki van de bakplaat ook. De Japanner gaat steeds meer op een steengrillrestaurant lijken. H.’s migraine komt terug, waardoor we bijna die vierde ronde sushi alsnog moeten betalen. Alle ingrediënten voor een slechte avond waren aanwezig, en toch: het was de leukste Valentijnsdag ooit.

donderdag 5 februari 2009

Zondagskind

Omdat het leven al ingewikkeld genoeg is, geven we labels aan mensen of stoppen we ze in een hokje. Zo heeft Keet al het label “tomboy”, heeft een hele groep Nederlanders het label “kut-marrokaan” en dacht ik altijd dat ik een zondagskind was. En als je maar vaak genoeg dat label hoort dan ga je er zelf ook in geloven. En grote kans dat je je er naar gaat gedragen.
Heb je eenmaal een beeld van iemand (of van jezelf), dan maakt het eigenlijk niet zoveel uit wat je doet, want wat je ook doet het bevestigd dit beeld. Als vriendin D. vlak voor vertrek haar koffer nog één keer checkt, is ze een controlfreak. Als M. dit op het laatste moment doet, bewijst dit wat een chaoot ze is.
Ik heb best veel geluk gehad in het leven. Mijn schoolloopbaan verliep altijd soepel, heb leuke banen, mooie reizen gemaakt en ben omringd door goede vrienden. Ik lijk altijd net op het juist moment op de juiste plaats te zijn. Ik ben een geluksvogel! Een zondagskind!
Ik heb dat wat ik bereikt heb nooit als bijzonder ervaren. Dat ik tijdens mijn werk bij een trainingsbureau als jongste van het team teamleider werd, ach ik was op het juiste moment op de juiste plek. Dat ik op mijn 19e twee maanden door Amerika trok, op mijn 24e drie maanden naar Griekenland kon en op het hoogtepunt van mijn carrière toch nog de ruimte kreeg om twee maanden door Zuidoost Azië te reizen. Tja, aan mazzeltjes ontbreekt het mij niet. Dat ik ook nu op mijn werk degenen ben die op het juiste moment door kan groeien, ook dat lijkt niet meer dan logisch. Bijzonder? Je bent een zondagskind of je bent het niet. Niks om trots op te zijn.
Maar nu ben ik het zat! Het is tijd voor een nieuwe visie. Want ik zie andere zondagskinderen om me heen die ik bewonder, die bergen verzetten en die het niet eens doorhebben. Die het zichzelf onnodig moeilijk maken en niet beseffen hoe bijzonder ze zijn. Wij zondagskinderen krijgen het misschien vergeleken met anderen ogenschijnlijk gemakkelijk voor elkaar, maar dat betekent niet dat het minder waard is. Het is juist speciaal!
Ik had al het vermoeden dat ik toevallig ook ben gaan samenwonen met een zondagskind. Toen ik dat op een ochtend in bed verifieerde antwoordde H: “Ja…….… maar ik vind eigenlijk dat ik mezelf daarmee tekort doe.” En dat was eigenlijk precies wat ik niet onder woorden kon brengen.

-------------------------------------------------
Godfried Bomans schreef een sprookje "zondagskind". Zijn versie bevalt me ook wel!