vrijdag 14 januari 2005

Willen

Je moet niets willen zei vriendin B. tijdens haar kraambezoek. Het is de beste tip die ik heb gekregen sinds Keets geboorte. Het niets willen ging dan ook heel goed. Ik had tenslotte verlof en hoefde niets. Voor mij geen stress. Bovendien had Keet gedurende de eerste drie maanden dezelfde slaapziekte als H. en ik soms hebben, dus als ik per ongeluk toch iets wilde, dan lukte dat best als zij sliep.
Maar tegen het einde van mijn verlof begon ik meer te willen. En Keet ook. En we wilden niet altijd hetzelfde. En ik wilde heus niet zo veel. Gewoon, van die dingen die je doet tijdens je verlof: opruimen, vaatwasser leeghalen, mailtjes schrijven, foto’s bestellen. En Keet wilde dan bijvoorbeeld: eten, rondgedragen worden, een schone luier, slapen en dan weer eten, vooral lekker lang aan de borst en in ieder geval niet alléén spelen! Voor je het weet is de dag voorbij en heb je het gevoel niets gedaan te hebben. Maar goed, dan dacht ik aan DE TIP en probeerde niet al te lang gefrustreerd te blijven. Het is heus niet erg als het huis nog een zooitje is en als we weer pizza eten.
Je moet niets willen. Het helpt wel om dat te denken. Dus dat denk ik nu ook. Je moet niets willen, je moet niets willen. Zondagavond elf uur. Morgen ga ik weer voor het eerst werken. Dus wil ik fit zijn. En slapen. Keet niet. Keet is de afgelopen twee dagen netjes om acht uur ’s avonds gaan slapen. Daar was ik erg trots op. Maar dit nieuwe ritme was van korte duur. Vanavond wil ze niet. Na een heleboel gehuil, gedraag en gewieg, blijkt dat ze wil spelen. Ze zit tegen mijn opgetrokken benen op schoot in bed. Ze heeft mijn volledige aandacht en vermaakt zich prima. Babbelen, lachen. Best gezellig eigenlijk. Ik probeer me niet druk te maken over morgen. En gewoon in het moment te leven. Een nachtje minder slaap kan ik vast aan. Een kind hebben is eigenlijk enorm ZEN. Het dwingt je te leven in het moment. Genieten van het moment. En geen honderd dingen tegelijkertijd willen.
Mijn god. Hoe vaak zal ik dat nog moeten zeggen als ik eenmaal aan het werk ben? Want als ik weer helemaal mezelf ben, dan wil ik waarschijnlijk weer veel en moet ik op tijd op plekken zijn. Tot nu toe ging het leven met kind me prima af. Maar er breekt een nieuwe fase aan. Met serieuze dingen. Met werk. En dan heb ik ook nog de illusie dat ik één ochtend in de week thuis kan werken. Je moet niets willen. Ik prent nu alvast in mijn hoofd dat het helemaal niet erg is als die ochtend werken niet lukt. Dat ik dat dan die avond wel kan inhalen. En anders de avond erna. Of die daarna. Keet kan er niets aan doen dat ze een werkende mamma heeft. Als het maar geen werkende mamma met afhangende mondhoeken wordt.

woensdag 5 januari 2005

Elastiek

Als je een kind krijgt, schijn je enorm te veranderen. Gesprekken van moeders gaan alleen maar over kinderen en mensen met kinderen lijken ook een stuk saaier. Maar dat geldt natuurlijk niet voor mij! Ik ben heus nog wel dezelfde. Nou ja… op wat kleine dingetjes na. Want wie had gedacht dat ik na 18 weken verlof nog steeds geen zin zou hebben in werk? Wie had verwacht dat ik het leuk zou vinden om een sjaal te breien voor Keet? Om kinderliedjes te zingen bij babyzwemmen? En is het normaal dat H. en ik nu oprecht fan zijn van Nicky en Klaartje van het Junior songfestival?
Van te voren had ik ook absoluut geen benul van de moedergevoelens die je er gratis bij krijgt. Gevoelens die ervoor zorgen dat je altijd en overal je kleine meissie wilt beschermen. Dat je eigenlijk altijd bij haar wilt zijn. Niemand vertelde mij dat er na de bevalling een soort elastiek aan mijn buik werd gehecht, waarmee ik voor altijd met haar verbonden ben.
Het elastiek heeft wat rek, dus ik kan wel een tijdje achteruit lopen. Ik kan best een tijdje weg bij Keet. Eten bij vriendinnen, een avondje naar de kroeg. Maar op een bepaald moment staat het elastiek zo strak gespannen dat je gewoon terug móét. Het wil dan terug naar de oorspronkelijke vorm en het liefst zo snel als alleen een gespannen elastiek dat kan. Maar zo snel ben je in het echte leven niet thuis. Helemaal niet als je in Amsterdam bent en met iemand meerijdt. Dan moet je nog even op je tanden bijten, want je kunt dat etentje toch niet om half tien al verlaten? Dan is het net begonnen. Dus ik hou me groot en doe net of ik niet onrustig ben. Ik ben namelijk heus niet veranderd!
Maar nog nooit fietste ik zo snel naar huis, als na het avondje ‘Bridget Jones’. Of mijn leven er vanaf hangt, race ik door de stad, om vervolgens mijn gezinnetje vredig slapend in bed aan te treffen.
Als je een elastiekje vaker gebruikt, wordt het slapper. Zo ook mijn elastiek. Wilde ik in het begin na een uurtje al naar huis, drie weken geleden ben ik zowaar 24 uur lang weggeweest. Een dag én een nacht. Overigens niet geheel vrijwillig. Na wat aandringen van H. zijn we samen een dagje naar Antwerpen geweest. De dag ervoor had ik de hele dag een bedrukt gevoel. Waarom met z’n tweeën? Met z’n drieën is toch ook leuk? Maar we zijn gegaan en eenmaal op de A27 richting Breda had ik er toch wel een goed gevoel over. Het werd een topdag, zelfs zonder Keet.
Maar eerlijk is eerlijk. Het liefst ben ik gewoon thuis. Dat draait vast wel weer bij, toch?
Ach, fuck it! Ik geef het ook maar gewoon toe: Ik ben graag thuis! Ik ben een saaie muts geworden! Ik sta voorgoed, voor eeuwig en altijd aan die andere kant. En ik vind het nog leuk ook!