dinsdag 19 april 2011

Eenvoudig

Dat cliché dat het met een tweede kind een stuk makkelijker is, daar kan ik me eigenlijk wel in vinden. Teun zit er gewoon bij, heeft af en toe een schone luier nodig, heeft het goed naar zijn zin als hij zijn grote zus maar ziet en opeens is hij al acht maanden. Maar toch….. ik vind het ook wel weer rete-ingewikkeld zo’n baby. Wanneer hij nou wat moet eten, hoe ik ‘m aan het doorslapen krijg. Of überhaupt aan het slapen.
Gisteren sprak ik voor mijn boek met schrijfvriendin J, die antropologe is en jarenlang in Kameroen bij de etnische bevolkingsgroep Fulani heeft geleefd. En opeens leek het allemaal niet meer zo moeilijk.
Ik zag foto’s van prachtige donkere vrouwen gekleed in kleurige doeken. Met kinderen aan de borst en kinderen op hun rug. En groepen kinderen er om heen.
J. vertelde over het moederschap daar. Over dat ze geen zwangerschapsverlof kennen en over dat de kraamtijd maar een week duurt, misschien twee. Daarna moet er gewoon weer gewerkt worden. Kind op de rug en gaan. Geen luiers om, als de baby moet poepen dan voelt de moeder dat aan en zet ze het even op de grond. Geen voedingsschema’s; als het kindje huilt, dan gaat het aan de borst. Geen doorslaapadviezen, je slaapt bij elkaar in bed en als de baby wakker wordt vindt hij vanzelf de borst, drinkt en slaapt verder. Tot ze een jaar of twee zijn worden de kindjes gevoed en gedragen. “En”, zegt J. “daar worden het echt geen verwende kinderen van.”
Je kind laten huilen is uit den boze, irritatie naar je kind is een teken van slecht moederschap. En een kind alleen laten slapen van de zotte. Ik juich van binnen. Of deed ik het nou hardop? Ik voel mij opeens sterk verwant met de Fulani-vrouw.
Ik draag Teun al maanden rond, wieg hem in slaap als hij zelf de slaap niet kan vatten, geef hem een fles als hij honger heeft. Maar ergens ver weg, achter in mijn hoofd hoorde ik steeds een klein stemmetje. En hoorde ik anderen, die hun kindje wel laten huilen om ze te ‘leren doorslapen’. En vraag ik me af of ik het allemaal wel goed doe. En daar wordt je dan weer moe van, en onzeker, en …. geïrriteerd. En dat is dan weer niet zo heel erg Fulani.
Die Teun gaat in ieder geval een paar mooie maanden tegemoet. Die borstvoeding krijg ik waarschijnlijk niet meer op gang en die kleding vind ik ook een beetje ‘too much’.
Maar dat wiegen en dragen houd ik gewoon nog even vol (zolang mijn rug het nog leuk vindt). En dat plekkie in ons bed ? Tja, volgens de Fulani heeft hij daar meer recht op dan H!

PS. Wat we nog meer van de Fulani kunnen leren…. Schrijf ik in een volgend stukje!