Zaterdagmiddag, een uur of vier. Het is koud, ik moet nog boodschappen doen. Even snel naar de supermarkt, of op de fiets naar de Kanaalstraat? Ik kies het laatste, doe mijn sjaal om, dikke wanten aan en trek de fiets uit de gang. De eerste stop is Halal: mijn favoriete Turkse groenteboer. Dan: Rob de Kaasboer voor een stukje Parmezaanse kaas. Nu alleen nog pijnboompitten en ontbijtspullen. Pijnboompitten? Die hebben ze waarschijnlijk wel bij de "Persi Poli" en voor het ontbijt nog even naar de Spar. Mijn tas knelt mijn schouder af en door de tas aan mijn stuur fiets ik nogal wiebelend door het chaotische verkeer op de Kanaalstraat. En dan realiseer ik me: ik ben gelukkig!
Oké, ik heb misschien een dwangmatige manier van winkels afstruinen. Maar zolang je van je eigen neurotische gedrag kunt genieten, schijnt het niet erg te zijn. Mijn weekend is goed als ik met een tas vol groente en fruit voor slechts vier euro de “turk” verlaat. Ik loop breed glimlachend op straat als ik bij de importwinkel de lekkerste feta krijg en een grote bos koriander voor 50 eurocent.
Het zou een hoop tijd schelen om gewoon naar één supermarkt te gaan, in één keer alles te kopen, in de achterbak te gooien en in een warme auto naar huis te rijden. Geen gezwabber met zware tassen, geen zere schouder……
Of de optie van vrienden P. en W: alles bestellen en thuis laten bezorgen via Albert.nl. Een stuk sneller en relaxter, maar ook een stukje duurder.
Speelt hier gewoon mijn Hollandse zuinigheid? Gaat het om geld? Deels wel. Het is wel een kick om de hele week lekker te kunnen eten voor 70 euro. Een beetje zuinigheid is het wel.
Maar het is vooral het vakantiegevoel dat de Kanaalstraat geeft. Het is het sprongetje dat mijn hart maakt als mijn Turkse vriend achter de kassa vraagt of ik hard gewerkt heb (hij blijkt trouwens Iraniër te zijn). Het is de vriendelijkheid en de persoonlijke aandacht. Het zijn de tomaten die niet allemaal even mooi rood en rond zijn. Het is het gemis aan prijzenoorlog, slimme marketingstrategieën en uitgekiende aanbiedingen. Geen kant en klare maaltijden. Maar gewoon een winkel, een straat met kleur, en aardige mensen.
De kleine Nederlandse kruidenier en de bakker op de hoek zijn in de meeste steden en dorpen wel verdwenen. Weggeconcurreerd door supermarktketens. De unieke winkeltjes zijn vervangen door eenheidsworst. Gemakswinkels, die ons voorzien van keurig uitziende identieke producten, volledig afgestemd op de wensen van de klant.
De Turkse en Antilliaanse middenstanders in de Kanaalstraat lijken zich hiervan niets aan te trekken. Ze doen hun eigen ding. Iedereen doet waar hij goed in is. Deze middenstanders zijn niet ‘opgenomen in het grote geheel’, dus volgens Van Dale niet geïntegreerd.
P. en W. hebben inmiddels de Turk ook ontdekt. En onder de indruk van de gemoedelijkheid gaf W. in een paar woorden weer wat ik al jaren voelde: ´het zijn de nieuwe oud-Hollandse kruideniers!`
Geen opmerkingen:
Een reactie posten