dinsdag 1 maart 2011

Short story 4: Ontmaskerd

Kort verhaal geschreven voor Opium Verhalenwedstrijd. Uitslag 15 maart 2011.

Ontmaskerd

Ze noemden haar een zondagskind. Omdat het haar vaak meezat en omdat ze vaak op het juiste moment op de juiste plek was. Ze was inderdaad op zondag geboren.
Ze duwt de deur van de jaren ’70 flat open. Een ammoniaklucht komt haar tegemoet. Ze loopt naar de lift en drukt op de knop.
Ze had het nooit als bijzonder ervaren dat ze zulke goeie cijfers haalde op school, of dat ze voor alle feestjes werd uitgenodigd. Het was vanzelfsprekend geweest dat zij de leadzangeres van de schoolband werd. En het liep gewoon zo dat de band succes kreeg.
“Jij hebt ook altijd mazzel,” zeiden ze, toen ze een muziekbeurs kreeg. En ze hadden gelijk.
De lift komt met een klap tot stilstand en ze trekt de zware liftdeur open. Net voordat de deur dichtvalt, wordt hij opengetrokken. Een lange donkere man stapt de ranzige lift binnen. Ze zeggen niets tegen elkaar en ze drukt op de knop van de twaalfde verdieping. Hij moet naar zeven.
Hij doet haar aan haar eerste zangleraar denken. Hun ogen kruizen elkaar en in een reflex kijkt ze weg. François zag vanaf het begin een goede zangeres in haar. Ze had hem niet geloofd. Ze was altijd een middelmatige zangeres geweest. Met een middelmatige uitstraling.
Zou hij naar haar kijken? Ze durft niet op te kijken, durft François niet aan te kijken. Ze kan hem niet uitleggen wat ze in deze lift, in deze flat doet. Zou hij haar carrière gevolgd hebben? Zou hij weten dat ze tegenwoordig hits scoort?
Ze zijn op zeven. De deur gaat open en hij verdwijnt. Ze is weer alleen.
“Wie dit leest is een hoer,” staat op de muur. Ze kijkt weg. De woorden blijven in haar hoofd tollen.
De twaalfde, de lift staat stil. Ze stapt uit en loopt naar het einde van de gang. “Verboden toegang” leest ze en duwt tegen de deur. Niks. De deur naar het dak is op slot. Ze heeft heus niet altijd geluk.
Maar het geeft niet. Want ze voelt zich sterk. Ze heeft eindelijk een eigen keuze gemaakt. Haar hele leven is haar overkomen, maar nu heeft ze zelf de touwtjes in handen.
Ze draait zich om naar de galerij. Nog een paar passen en dan is het zo ver. Ze loopt naar de balustrade. Met twee handen op het hekwerk kijkt ze voor zich uit. De wereld lijkt ver weg.
Vanmorgen heeft ze alles op papier gezet, is ze eindelijk eerlijk geweest, voordat ze door de mand valt, ontmaskerd wordt. Ze kan niet langer doen alsof.
Met haar linkerhand tast ze in de diepe zak van haar jas en houdt het doosje met haar oude leven vast. Het is genoeg geweest. Zodra ze deze brief heeft uitgestrooid over de stad, zodra haar oude ‘ik’ is weggewaaid, is er ruimte voor een nieuw leven. Haar nieuwe leven.
Met een ruk zwaait haar linkerhand door de lucht. De as van de brief zweeft weg. Ze lacht. De galerij lacht mee.

1 opmerking:

  1. Lieve Elsbeth,
    Las je verhaal en zat meteen weer in die trein, een week geleden, vlak voor Deventer. Buiten onder een witte tent lag het 'oude' leven. Het 'nieuwe' was nergens te vinden, helaas. Had hij ook maar zo'n doosje op zak. Dan hadden er papiersnippers rondgedwarreld en was ik twee uur eerder thuis geweest. Ik wens Arthur veel sterkte toe.
    Mooi verhaal Els.

    liefs, Wim.

    BeantwoordenVerwijderen